In de steek gelaten
Mijn moeder heeft me in de steek gelaten.
Zag vader het? Nooit heeft hij iets gezegd.
Ach, ook voor hem bestond ik dus niet echt.
Opgesloten als ze in zichzelf zaten.
Nooit voelde een zoen, streling, gebaar oprecht.
Angst, dan haat, dan schuld die aan me vraten.
Niemand had oog voor al het desperate;
een zich verdikkend pantser knelt en knecht.
En nu valt er niets meer uit te praten.
Leegte waar ik al m'n leven tegen vecht.
Welk inzicht ook, het zal niet meer baten.
Was mijn vader kil, was mijn moeder slecht?
Zielen, die me terstond vergaten.
In eigen wieg te vondeling gelegd.