Flarden angst
Als flarden angst, zelfs die uit diepste schacht,
met geen mogelijkheid vervagen
maar remmen, beklemmen, weer opjagen,
herstapelen tot nieuwe loden vracht.
Als zijn en tijd niet meer behagen,
doof, blind, gevoelloos voor de zeggingskracht
van de ander, die op spiegeling wacht.
Dan loopt leven uit op nederlagen,
waaruit wanhoop spruit die naar verlossing smacht.
Weg van deze, zeg, Bijbelse plagen,
ultiem verlangen naar een "Hier Rust Zacht ..."
Toch kruipt geest uit wat is lamgeslagen,
breekt de spinsels, geknoopt in helse nacht.
De Aarde troost met het lengen der dagen.