M'n broertje zag een glimp
Tot z'n derde leek het dat-ie ging reiken
naar het hoogste niveau - zeg Nobelprijs.
Moest hij losgebikt van onder het ijs.
Dus die zou niet meer bij z'n bedje prijken ...
Sindsdien gold-ie als 'echt niet goed wijs'.
De buurt had elke dag wel wat te zeiken.
Niet dat m'n ouders iets lieten blijken,
wat van hem maken, was wel een hele hijs.
Op een dag liet de zon zijn licht strijken
over de Maas. Goud golfde over het grijs.
Even zou het lage voor het hoge wijken.
Op de dijk danste m'n broer: "Jaaaah! Het Bewijs!"
Ik riep: "Wat sta je daar nou raar te kijken?"
Zei-die: "Ik zag een glimp van het Paradijs."